Quimperlé is een stadje met zo’n 12.000 inwoners, gelegen in het departement Finistère (29) in de regio Bretagne. Zoals je wel vaker tegenkomt in Bretagne, hangt hier ook een sfeer van gezelligheid, ongedwongenheid en vakantie. Toch tref je er geen massa’s toeristen aan (ik was er in september).
De markthall werd in 1887 gebouwd door Moreau Frères op vraag van burgemeester Alexis Savary, op een plaats waar vervallen Middeleeuwse huizen werden afgebroken omwille van hygiënische redenen. Een eeuw later is het gebouw zelf echter aan verval toe. Een grondige studie wordt uitgevoerd in 1998. Deze geeft aan dat het gebouw op alle vlakken ernstige mankementen vertoont. Eind 2001 besluit men het gebouw volledig af te breken om het in zijn oorspronkelijke staat weer op te bouwen, rekening houdend met de huidige normen voor hygiëne en veiligheid. Voor de historische reconstructie ontvangt de stad in 2003 nog een prijs van “Les Rubans du Patrimoine”. De stijl van het gebouw is typisch voor de industriële architectuur op het einde van de 19e eeuw. Veel elementen doen denken aan de stijl van Baltard. In de voorgevel is een mooie klok ingewerkt. Aan de zijkanten en de achtergevel zijn luifels voorzien waaronder de marktkramers van de open markt op zondagochtend beschutting vinden.
In het metaalwerk bovenaan en onder de luifel zijn openingen voorzien voor de ventilatie.
Ook hier komt de ruitvormige versiering in de bakstenen weer naar voor.
Deze hallen zijn niet zo groot. Er is een vishandelaar, een beenhouwerij, een groenten- en fruitzaak die ook andere kruidenierswaren verkoopt, een kaashandel en uiteraard (we zijn in Bretagne) een pannenkoekenstand. Op het moment van mijn bezoek was er nog plaats voor 2 andere handelaars.
De dame van “Les Trois Petits Cochons” vertelt me dat de kaashandelaar een Belg is. Hij woont hier al meerdere jaren, en geeft mij in een gemoedelijk en boeiend gesprek aan dat het goed leven is in Bretagne. Trots wil hij graag poseren voor een foto. Eén van zijn grotere exemplaren kaas ondergaat gewillig de actie. Plots zegt Fabrice mij dat ik nog een foto moet maken. Hij neemt met een nog grotere fierheid én met pretoogjes een stuk Brugse kaas ter hand. Ik voel mij meteen thuis.
Met enige overredingskracht van Fabrice wil zijn overbuur, beenhouwer-charcutier Olivier ook graag op de foto. Het grootste stuk vlees wordt uit de koeltoog gehaald.
Verder is ook hier geen gebrek aan verse vis.
Les Trois Petits Cochons verkoopt naast groenten en fruit ook andere kruidenierswaren en charcuterie.
Tenslotte is er de stand van Annie Jaffrezou waar je terecht kan voor een pannenkoek uit het vuistje of om enkele exemplaren mee te nemen naar je vakantieverblijf.
Het enige wat ik hier mis is een bakker, zodat je als klant niet nog eens naar een andere plaats moet om het dagelijkse brood te kopen.
De bretoense taal
Naast het Frans wordt ook de Bretoense taal nog vaak gebruikt. In tegenstelling tot wat ik oorspronkelijk dacht, is het Bretoens geen eenvormige taal, doch een verzameling van dialecten. In Vlaanderen en Nederland gebruiken we ook dialecten om te spreken, maar we schrijven er niet meer in. Hier is dat wel het geval. Op iedere wegwijzer naar een dorp of stad staat bovenaan de Franse benaming en daaronder de Bretoense. Op weg naar Questembert zag ik bijvoorbeeld onderstaande wegwijzer.
Onder de luifels van de hallen van Quimperlé (in het Bretoens Kimperle) hangen enkele borden die aangeven wat er in de markthall te verkrijgen is. Aan de ene kant van het bord wordt er Frans gebruikt, aan de andere kant Bretoens.
Maar dat is nog niet alles. Aangezien het dialecten zijn, verschillen ze ook van elkaar. In Douarnenez staat op de hallen het opschrift “Ar C’houi”. De vishandelaar van Quimperlé, een Bretoen, legt me uit dat dit “hallen” betekent, maar dat het in Quimperlé anders wordt geschreven, namelijk: “Ar C’hoc’hu”. In Pont l’Abbé zag ik het dan als “Ar C’horui” geschreven. In de grotere stad Quimper wordt het nog anders geschreven: Koc’hu. Alle genoemde plaatsen liggen binnen hetzelfde departement, sommige zelfs op maar 30 km afstand. Van links naar rechts en van boven naar onder de Bretoense schrijfwijze voor “hallen” in respectievelijk Douarnenez, Quimperlé, Pont l’Abbé en Quimper.
Om af te sluiten nog een foto van de achterzijde en zijgevel waarop de luifels goed te zien zijn.
Praktisch:
De overdekte markt is gelegen op de Place Hervo 29300 Quimperlé. De markt is dagelijks geopend van 8h00 tot 13h00, maar sommige handelaars nemen soms een rustdag. Een parkeerplaats is makkelijk te vinden in de omgeving.
Bron alle foto’s: Guy Kasier
Nuttige links:
Halles de Cornouaille: De hallen van Quimperlé
Hoe bevrijdend moet het zijn om woorden zowat te spellen zoals je wil in het Bretoens! Als iemand je op een fout wijst zeg je eenvoudig dat je het dialect van een ver afgelegen dorp gebruikt. Dit plaatst onze eventuele spellingsfanatici in een juister daglicht.
LikeLike
[…] Departement Finistère (29): Audierne, Concarneau, Douarnenez, Pont l’Abbé, Quimper, Quimperlé, […]
LikeLike
[…] kleine markthall van Quimperlé draagt duidelijke Baltard kenmerken. (Bron foto: Guy […]
LikeLike
[…] Faouët is een dorp in het departement Morbihan (56) in Bretagne. Het ligt op amper 21 km van Quimperlé waar ik ook al een mooie markthall kon […]
LikeLike